Wijnsmaak

Smaak heeft te maken met mondgevoelens, zowel gekoppeld aan de smaak van wijn als aan geur en thermische stimulatie. De sensaties die nauw verband houden met de smaak zijn: zoetheid of zachtheid, bitterheid, sapiditeit en zuurgraad. Deze worden op verschillende tijdstippen en in verschillende delen van de tong waargenomen, daarom kunnen tegenstrijdige smaken naast elkaar bestaan.

Gevoel door de zuren die de wijn van nature bevat. Als het niet overdreven is, draagt de zuurgraad bij aan de harmonie en balans van wijn, waardoor het een fris en jong karakter krijgt.

Een smaaksensatie van wrangheid gekoppeld aan de sterke aanwezigheid van tannine, een chemische stof die in bijna alle plantenextracten aanwezig is, van wijn tot thee. Naast de druiven kan de tannine vanuit het hout van de barriques op de wijn worden overgebracht.

Deze sensatie is aanwezig bij nog veel lagere concentraties dan alle andere, in wezen wordt het veroorzaakt door de aanwezigheid van tannines, dus het wordt meestal aangetroffen in rode wijnen.

Gevoel dat kan worden verward met zoetheid. In tegenstelling tot de laatste blijft het niet op de tong, maar vervaagt het snel.

Gevoel gegeven door een wijn die de suikerresten bewaart en daardoor een aangename zoete smaak heeft. De perceptie van suikers is afhankelijk van de balans die ze hebben met andere aanwezige stoffen.

Het gevoel door de aanwezigheid van minerale zouten hangt af van de bodem en de klimaatkenmerken en van de wijnbereidingspraktijken.